De meeste champagnes worden gemaakt van de drie variëteiten chardonnay, pinot noir en pinot meunier. Daarnaast zijn er nog 5 andere druivenvariëteiten die wettelijk gezien zijn toegestaan voor het maken van champagne: pinot blanc, arbane, petit meslier, gamay en fromenteau. Slechts 1% van het champagnegebied is beplant met deze druivenvariëteiten.
5 regio’s
De Champagnestreek is onderverdeeld in 5 regio’s, met elk haar eigen natuurlijke omstandigheden en bodemgesteldheid. Deze omstandigheden bepalen welke van de 3 druivenvariëteiten het best gedijt in een regio. Het gaat om de 5 regio’s Côte des Blancs,Côte de Sézanne, Côte des Bar, Montagne de ReimsenVallée de la Marne .
Chardonnay
De meeste chardonnayranken staan op de Côte des Blancs bij de dorpen Chouilly, Cramant, Avize, Oger, Le Mesnil-sur-Oger en Vertus. Deze regio heeft een kalkrijke krijtbodem. Een ander deel is aangeplant in de Côte de Sézanne, ten zuiden van Côte des Blancs. De bodem bestaat hier grotendeels uit klei, met maar enkele delen die uit krijt bestaan. De chardonnaydruif geeft champagne zijn elegantie, verfijning en lichtvoetigheid.
Pinot Meunier
De pinot meunier treffen we vooral aan in het Vallée de la Marne, waar mergel en leem de bodemsoort bepalen. Dit druivenras was vroeger het meest aangeplant in de hele Champagnestreek, maar is langzamerhand ingehaald door de pinot noir. De pinot meunier is winterhard, goed bestand tegen voorjaarsvorst en vroeg rijp. De pinot meunier zorgt voor een fruitige smaak en heeft een opwekkend, floraal aroma.
Pinot Noir
De pinot noir, ook bekend van de grote rode bourgognes, voorziet champagne van diepte, structuur, complexiteit en body. Veel pinot noir komt uit de Aube, in het zuiden van de Champagne. Een deel uit de Montagne de Reims bij Aÿ, Bouzy en Ambonnay, Mailly, Verzy en Verzennay. Vooral Verzennay staat bekend als een toplocatie voor de pinot noir.